Historie (over hoe het zo gekomen is)

Een verhaaltje over ons vanaf 1975 tot nu. We leren elkaar kennen bij het interkerkelijk jeugdwerk “de Ridderhof” in Hattem. Muziek speelt al snel een flinke rol want we gaan samen zingen tijdens meetings en diensten. We voelen ons al snel verbonden door onze betrokkenheid bij het jeugdwerk en leren door het interkerkelijke karakter verder te kijken dan alleen ons eigen “hokje”. Ook in het willen inzetten voor mensen die dat nodig hebben, vinden we elkaar. Door de jaren heen verandert de vorm wel maar de inzet niet.

b en w

Vanaf 1976 bouwen we aan ons gezin dat medio 1984 bestaat uit 4 zonen (Nathan, Joas, Jachin en Joram) en 1 dochter (Naama).  Vanaf het allereerste begin bestaat er de wens om ook  gezin te zijn voor niet biologisch eigen kinderen, voorzichtig geven we hier eerst vorm aan door een vakantiekind uit Berlijn op te vangen voor een aantal jaren.

In januari 1989 starten we een adoptieprocedure. Een lange weg, maar voor ons goed te doen omdat we volop bezig zijn met ons gezin en het vrijwilligerswerk van TEARfund wat nu TEAR is. Jarenlang houden we ons bezig met fondsen werven en eerlijke producten verkopen.

Door de jaren heen vordert de adoptieprocedure gestaag en we schrijven ons als aspirant adoptie ouders in bij de stichting Meiling die voor ons zal bemiddelen bij de evt adoptie. We kiezen voor Suriname omdat Bert daar een jaar is geweest voor z’n dienstplicht.

sur.vlag Wel is Suriname een land waar weinig kinderen voor adoptie worden afgestaan. Dat wordt dus een procedure voor de lange adem.

In 1993 zien we een advertentie in een krant waar projectouders worden gevraagd voor jeugdhuis “de Enk” in Apeldoorn.  Deze vorm van pleegzorg spreekt ons erg aan, dus we nemen contact op. Begin 1994 vangen we ons eerste pleegkindje op. Een meisje van 3 maand.  Verderop in dat jaar nog eens een baby.

baby

Op 2 december kunnen we op Schiphol onze adoptiedochter Jedidja in onze armen sluiten. Wat een bijzondere manier van gezinsuitbreiding. En dat na een procedure van 4 jaar en 11 maanden.  Ons gezin gaat verder met 4 zonen en 2 dochters. We weten en voelen ons erg rijk en de komende 2 jaren staan in het teken van hechting en stabiliteit.

Vanaf 1996 tot 2004 zullen diverse kinderen in de leeftijd van 6 weken tot 6 jaar bij ons wonen. In die jaren vliegen onze kinderen een voor een uit.

op kamers

Dan, in 2004 krijgen we het verlangen om beschikbaar te zijn voor meerdere kinderen en wordt de status van het eerste, dan aanwezige  kind, omgezet van tijdelijke pleegzorg in perspectief biedende pleegzorg.  Al snel varieert onze gezinssamenstelling van vader en moeder met drie  tot zelfs zeven kinderen.  Vanaf 2008 tot nu 2010 komt er geen verandering meer in samenstelling en aantal. Het aantal kids dat we onder onze hoede hebben is zes. Dat in pleegzorg niets blijvend is blijkt wel. Een paar kinderen vertrekken en in 2013 gaan we met 3 kinderen verder, medio 2014 komt er nog een 4e kind bij. Eind 2016 hebben we de zorg voor 1 kind en vanaf sept. 2017 her-verwelkomen we een eerder uitgeplaatst kind. We gaan verder met 2 pleegkinderen. In de blogs van die tijd is te lezen hoe de steeds wisselende samenstelling tot stand kwam en wat dit met ons allen heeft gedaan.

groot gezin

Onze kids hebben allemaal een rugzak, de een wat zwaarder, de ander vooralsnog iets makkelijker te dragen. De noodzaak om de zaken goed te bespreken met pleegzorg en jeugdzorg is ruim aanwezig. Ook gaan een aantal kids het traject van de hulpverlening in. Dat betekent dat er intakegesprekken komen en kids gebracht moeten worden naar diverse afspraken. Steeds meer komen we tot de overtuiging dat we dit het beste samen kunnen doen en gaan we bedenken hoe we dit tot uitvoer kunnen brengen. We onderzoeken de mogelijkheid van het starten van een gezinshuis, maar de provincie geeft aan geen zaken (meer) te doen met kleine gezinshuizen. Een andere mogelijkheid is het werken onder een franchisegever (gezinshuis.com), dit lijkt in eerste instantie een goede mogelijkheid. Tot we er achter komen dat dit prima zou kunnen, maar dan niet met deze kinderen. De kinderen komen nl. van instellingen die (nog) geen samenwerking hebben met deze franchisegever. Het idee van de stichting dient zich aan en we gaan aan het werk met dat idee.